Hier een klein voorproefje van mijn nieuwe artikel in Santé-maart.
Dat er veel medicijnen zijn met bijwerkingen, is niets nieuws.
Maar dat sommige ook zorgen voor een extra kilo op je heupen had je vast niet verwacht.
Voor dit artikel interviewde in dr. Frank van Berkum, beter bekend als dokter Frank.
“Medicijnen tegen depressie, migraine, stemmingswisselingen, diabetes, chronische ontstekingen en hoge bloeddruk kunnen soms zorgen voor gewichtstoename”, aldus dr. Frank. “De twee grootste dikmakers zijn met name antidepressiva en middelen tegen suikerziekte.”
Dikmaker als bijwerking
Het is lastig om gewichtstoename rechtstreeks aan medicijnen toe te schrijven, omdat er vaak een combinatie van factoren meespeelt.
Van Berkum: “Er zijn vaak meerdere oorzaken te noemen bij gewichtstoename tijdens medicijngebruik. Iemand met bijvoorbeeld een ernstige vorm van reuma voelt zich vaak al gauw stukken beter na gebruik van de juiste medicatie. En wanneer je je beter voelt, neemt ook je eetlust weer toe. Maar de extra kilo’s kunnen ook komen doordat iemand tijdens een ziekte meer alcohol is gaan drinken of minder beweegt.”
Medicijnen die in het artikel aan bod komen, zijn:
* Insuline
*Antidepressiva en antipsychotica
* Prednison en prednisolon
* De anticonceptiepil
Tips van dokter Frank
- Lees altijd goed de bijsluiter van een geneesmiddel en check of het doosje toch echt het juiste medicijn én de juiste bijsluiter bevat; er kan altijd een fout worden gemaakt.
- Vraag aan je arts of apotheker om een alternatief medicijn met dezelfde werking als je denkt dat het middel dat je gebruikt een dikmaker is.
- Ook als je dikmakende medicatie gebruikt, kun je afvallen. Het eist wel meer inzet en vaardigheden.
- Overleg als je medicijnen gebruikt altijd eerst met je behandelend arts of de apotheker voordat je met een dieet start.
Dokter Frank van Berkum is internist aan de ziekenhuisgroep Twente én auteur. In zijn nieuwste boek ‘Het hongerige brein’ vertelt hij dat we moeten leren hoe we gewicht verliezen. Aanrader!
Lees het hele artikel in de Santé van maart 2015, pagina 32 en 33.
