Geïnterviewd door student Evi

Evi, een studente (Media, Informatie en Communicatie) aan de Hogeschool van Amsterdam vroeg mij het volgende (nadat ze zichzelf netjes had voorgesteld):

Ik hoop dat u de onderstaande vragen zo uitgebreid mogelijk voor mij zou willen beantwoorden. Als u dit niet wil of kan doen, vind ik het ook fijn dit te weten. Alvast bedankt.

 

1. Wat is uw achtergrond als tekstschrijver en journalist?

“Tja, daar ga ik al de mist in. Ik heb namelijk geen hoog aangeschreven schrijversopleiding gevolgd. En ook geen lage. Ik deed ooit de PABO (lerarenopleiding), omdat ik even was vergeten dat ik ooit schrijver wilde worden. Wel heb ik ongeveer 24 dagboeken op mijn naam staan – geschreven als ambitieuze tiener – maar dat is alleen van waarde voor mezelf, vrees ik.

Stiekem denk ik dat ik als puber het niet aandurfde om het schrijversbestaan aan te gaan. Pas toen ik op de PABO (in het laatste jaar) een opdracht kreeg om een kinderverhaal te schrijven, kwam in één klap mijn auteursdroom terug. De passie die ik zeker tien jaar had weggestopt, verdrongen. Ineens was het er weer. En ik kreeg het niet meer onder stoelen of banken gestopt, iets waar ik nog elke dag heel dankbaar voor ben.

Zoals je misschien op mijn website (of op de cover van mijn boeken) hebt gelezen, is het mijn motto om geregeld dingen te doen die je eigenlijk niet durft. En zo heb ik op een goed moment mijn vaste baan in het onderwijs opgezegd om als een gek te gaan schrijven. Ik gaf mezelf 6 maanden. Gewoon om te zien hoe ver ik zou komen als wannabe schrijver. Een flinke dosis naïviteit heeft me daarbij geholpen, want het is niet altijd makkelijk geweest om from scratch een wereld binnen te stappen waar je eigenlijk geen weet van hebt en waar je enige wapen je passie is.

Vlak voordat ‘mijn tijd’ erop zat, kwam ik in contact met de vrouw die nu mijn uitgever is. En daarmee had ik ineens een grote stap in de gewenste richting gezet. Nog geen vier maanden later was ik officieel auteur. Inmiddels ligt ook mijn derde boek (Tussen 2 zeeën) in de winkels.” #TROTS

 

2. Wat is uw expertise?

“Ook op deze vraag zal ik weinig studiepunten scoren. Want ik heb niet echt een expertise op het gebied van schrijven, volgens mij. En anders heb ik er een blinde vlek voor. Waarin ik uitblink, is lef hebben en die dosis onverwoestbare naïviteit in mij. Dat heeft me denk ik gebracht waar ik nu ben als fulltime schrijver. Een goed artikel staat of valt met research. Je kunt over elk onderwerp schrijven, als je maar de juiste mensen weet te benaderen. Dat op de eerste plaats. En verder hou ik er van om mijn lezers een luchtige tekst voor te schotelen. Of in ieder geval iets dat lekker leest of herkenbaar is.

 

3. Hoe bent u tot deze expertise gekomen?

“Oei… Eh… Mag ik ook een hulplijn inschakelen? Geen idee namelijk hoe het komt dat ik schrijf zoals ik schrijf. Ik denk dat het grotendeels karaktereigenschappen zijn die in mijn teksten doorsijpelen. Ook ben ik gek op zelfspot, woordspelingen en metaforen.”

 

4. Waar haalt u uw inspiratie voor teksten vandaan?

“Als ik voor bladen schrijf, krijg ik vaak een titel door en het aantal woorden waar ik dan een stukje over mag schrijven. Daarna begint het grote researchen, knutselen en metselen. Net zo lang tot ik tevreden ben. Voor alle andere schrijfopdrachten, zoals mijn column in de krant op Texel, haal ik mijn inspiratie uit het dagelijkse leven. Bij alles wat ik doe, heb ik een soort antenne die screent of ‘dat wat ik meemaak’ leuk is om over te schrijven.

 

5. Hoe komt u aan publicaties van uw teksten?

“Goeie vraag, want wat had ik dat vijf jaar geleden graag willen weten! Het antwoord is echter niet zo eenduidig. Het is de optelsom van de gun-factor (opdrachtgevers moeten het je gunnen, want voor jou plenty anderen), van geluk (iets met op het juiste moment op de juiste plaats zijn) en van geloven in jouw droom (volharden, ook al zit álles tegen).”

 

Succes met je studieopdracht Evi. Ik hoop dat ik je hiermee heb kunnen helpen.

Geef als eerste een reactie