Hooikoorts

De strijd tegen het kleefkruid duurt eeuwig. Waar je ook kijkt in onze tuin, overal is kleefkruid. Vóór mijn tijd op Texel wist ik niet eens van het bestaan ervan en nu overwoekert het zowat mijn zomermaanden.

Naast kleefkruid is er sinds kort ook een ander plantje dat me pittig dwars zit. Alleen heb ik geen idee welke dat precies is. Ook mijn vriend krijgt er de kriebels van. Om de beurt niezen we ons zowat te pletter. Met opgezwollen jeuk-ogen werpen we een blik op het gazon. Allergie of niet, de heg moet nodig gesnoeid. Eigenlijk hadden we dit al vóór de langste dag van het jaar moeten doen, maar ach, de heg is inmiddels wel gewend aan enige vertraging.

We nemen ons voor om het volgende te doen: zoveel mogelijk kleefkruid verwijderen, grasmaaien en de heg snoeien. We beginnen met de strijd tegen het kleefkruid: langzaam rukken we op richting de oprijlaan, dan door naar het terras aan de zijkant van het huis.

De grond is nog nat, vooral laag tussen de struiken. Het is zaak om ze er met wortel en al uit te trekken. Wanneer je gemakshalve aan de steel plukt, breekt het onding halverwege af en blijft de wortel triomfantelijk in de grond zitten.

Al wrijvend in mijn jeukende ogen vraag ik me af of we niet te laat zijn met dit tuinklusje. Want de zaadbolletjes worden nu lekker verspreid. Na een half uur ben ik behangen met groene sprieten en bolletjes die zich hardnekkig aan me vastklampen. Met onze allergische hoofden ploegen we ons door de wildgroei heen. De hooikoorts neemt toe en eigenlijk heb ik geen puf meer. Het slaat op mijn longen. Als het gras voor de helft gemaaid is, las ik een pauze in.

“Hatsjie, Hatsjie, Hatsjie”, klinkt mijn lief die met de heggenschaar en een ladder komt aansjokken.

“Heggieh, Heggieh”, nies ik terug.

Ineens begint hij te lachen.

“Wat?”, vraag ik snotterig. Ik wilde net voorstellen om maar naar binnen te gaan en de tuin te laten voor wat het is.

“Dat is de boosdoener, je zegt het zelf!”

Ik kijk hem wazig aan en voel nog een niesbui opkomen. “Heggieh, Heggieh!”

“De heg, schat. Zo klinkt het als je niest.”

“Lekker dan, als je de langste dag van het jaar met hooikoorts doorbrengt. Heggieeeh.”

Toch staat einde dag de tuin er knap bij. Het zou zelfs bijna in een magazine als Buitenleven of Landleven kunnen. Nou ja, de kort gewiekte heg-kant van de tuin dan, met het gedeelte van het gras dat wél gemaaid is. En zolang wij met onze rooddoorlopen hooikoortshoofden maar niet op de foto hoeven.

Hatsjie!

Met de laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. Onlangs publiceerde ze haar tweede boek ReisLust. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie