Ouderwets gezellig

Tegen mijn gewoonte ben ik al ruim een maand niet op Texel geweest. Na een periode van keihard werken – zelfs de workaholic in mij vindt het mooi geweest – verandert de anders zo gezellige, Amsterdamse drukte ineens in irritante herrie. Vermoeid zit ik in de auto en zoek een parkeerplek die nergens te vinden is. En wanneer ik dan eindelijk de sleutel in de voordeur steek, sta ik met één schoen in een hondendrol. Mijn tolerantie is opgegaan aan deadlines en werkafspraken. Het wordt tijd om de smog te ontvluchten en het snelle leven een tandje lager te zetten. Ik mis het weidse uitzicht en de zoute zeelucht. Voor het eerst dat ik dat echt zo voel.

Wanneer ik eindelijk weer voet op Texelse bodem zet, ervaar ik het vakantiegevoel meer dan ooit. De ijzige wind die dwars door mijn herfstjas gaat, zie ik als het symbolische wegblazen van werkgedachten en stress. Mijn partner en ik hebben een lange avond met z’n tweeën gepland. Dus ga ik eerst nog even langs onze vaste delicatessen-adresje en sla proviand in: goede wijn, Texels kaasjes, toastjes, huisgemaakte dipsausjes, chipjes. Genoeg om de komende dagen in alle rust onder te duiken, als het zou moeten.

Thuis is het bijna net zo koud als buiten en dus geef ik een slinger aan de verwarming. Als de keukenkastjes weer zijn bijgevuld en ik de post doorblader, is het nog geen graadje warmer in huis. Is uitgerekend vanavond de verwarming stuk? Twee telefoontjes later is er een vakman onderweg. Ondertussen zet ik alvast wat lekkere borrelhappen klaar.

Een uur later komt de technische redder in nood en wanneer hij de kink in de kabel grondig bekeken heeft, blijkt dat er een onderdeel vervangen moet worden, wat hij niet bij zich heeft natuurlijk. Morgenochtend zijn we de eerste. En bedankt. Dan het avondprogramma maar naar de houtkachel verplaatsen – wel zo romantisch. Ik zet de eerste schaaltjes op de salontafel en vul de mand met houtblokken. Mijn partner is nu ook thuis en spoelt zijn werkdag onder de douche van zich af.

Het eerste houtblok ligt in het vuur en in de keuken schenk ik de glazen in. De toastjes zalm zijn nog niet klaar of er klinkt een hels kabaal: het brandalarm. Dikke rookwolken in de woonkamer en manlief die in badjas komt aanrennen. Als het vuur gedoofd is en de ramen open staan voor nog koudere, maar frisse lucht, concluderen we klappertandend dat ook de houtkachel geen optie is voor vanavond.

Is de geplande avond in rook opgegaan? Dat niet. Met alle hapjes en een dvd-box van een steengoede serie zijn we verkast naar de laatste warme plek in huis: onder de wol. Ouderwets gezellig.

 

Met haar laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. En inmiddels is haar debuutroman een feit. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie