Van sneeuw naar sneeuwklokjes

We hebben een week sneeuw achter de rug. Een heerlijke skivakantie in Zwitserland, alleen niet te betalen zo duur! Met iedere dag verse sneeuw tot in het dorp. Op en top winter, dus gelukkig kregen we wel waar voor ons geld.

Als we na deze fijne week terug naar Nederland rijden en de TESO boot achter ons laten, bevinden we ons ineens op een lenteachtig Texel, een compleet ander jaargetijde in minder dan een etmaal. Ook onbetaalbaar!

Een nachtelijke autorit van dik tien uur doet je, ook als bijrijder, knikkebollen en verlangen naar je bed. Het merendeel van de tijd houd ik mijn chauffeur sociaal wenselijk wakker. Maar 150 kilometer voor de boot lukt het niet meer. Niet alleen ik, maar ook mijn bestuurder kan de ogen nauwelijks meer open houden. Dus wisselen we van plek, aangezien ik tijdens de rit af en toe nog wél een tukje heb gedaan. Niet dat je er heel erg van opknapt, maar toch.

Vechtend tegen de slaap naderen we ons huis. Het begint al licht te worden. En eenmaal thuis is in het schemerlicht van de ochtend te zien hoe plukjes sneeuwklokjes de tuin sieren, voor mij het teken van de lente. In het korte stukje van de oprit naar huis is het voorjaar ondanks de wind voelbaar. Met een half oog spot ik nog veel meer sneeuwklokjes en krokusjes in de tuin. En er klinken vogels die je niet hoort in de winter. Het opgewekte en vooral wákkere gekwetter van voorjaarsvogels, terwijl ik in gedachten al in bed lig en slaap. De meteorologische lente is niet alleen voelbaar, maar ook zichtbaar en hoorbaar.

Na een kort verblijf op het eiland vertrekken we twee dagen later naar Amsterdam. Daar lees ik in Het Parool dat er sneeuwklokjesdieven actief zijn in het Amsterdamse Bos. Dat deze ‘lieve’ voorjaarsbloemetjes big business kunnen zijn, wist ik niet. Een kluitje van deze witte bloemetjes levert volgens het krantenbericht al gauw twee euro vijftig op. Het Amsterdamse Bos telt inmiddels tientallen ontsierende kuiltjes gestolen sneeuwklokjes, net als vorig jaar, lees ik met groeiende verbazing verder.

Hopelijk levert de extra surveillance in het Amsterdamse Bos gauw wat op, want deze hagelwitte voorjaarsbloemetjes passen niet bij dit soort duistere praktijken. En het is te hopen dat de ‘gold diggers’ niet naar Texel komen, want in onze tuin groeit dan wel geen geldboom, maar het stikt er van de sneeuwklokjes. En ondanks de veel te dure wintersportvakantie willen we dat graag zo houden!

 

Met de laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. In 2014 publiceerde ze haar tweede roman ReisLust. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie