Gezond bezig

Als we na twee weken de oprit weer oprijden, kan ik haast niet wachten om een rondje door de tuin te lopen. Of eigenlijk om de uit de kluiten gewassen planten weer in het gareel te krijgen. Om de rijpe pruimen en appels aan de bomen te zien hangen. En met de handen in de aarde te wroeten. Het is mijn favoriete en meest gezonde hobby.

Alles staat in volle bloei of is zelfs al een beetje op z’n retour. Wat is het hard gegaan de afgelopen weken! Onze hortensia’s hebben nog nooit zoveel bloemen gehad en allemaal zijn ze even groot en mooi. De hop heeft zichzelf overtroffen door twee keer zo groot te geworden. En van de nieuwe plantjes in de siertuin zijn alle knoppen inmiddels geopend. Ook het gras is uit z’n kluiten gegroeid en telt oneindig veel ongelijke pieken.

Mijn vriend en ik beginnen met grasmaaien. We werken als een bezetene. Vroeger begreep mijn puberbrein nooit waarom je een grote tuin zou willen ambiëren. Je krijgt er immers vieze handen en gebroken nagels van.

Op Texel heb ik geleerd wat een plezier en voldoening een tuin je kan geven. Uitpuffend met een wijntje op het vers gemaaide gazon zijn de schrammen op je armen en kuiten snel vergeten.

“Jemig, weet je hoe laat het is?”, roep ik naar mijn (tuin)man die de laatste lading takken op de wal gooit. “Bijna half acht!”

“Echt? Geen wonder dat ik ongeveer sterretjes zie!”, reageert hij. “Zullen we op het strand gaan eten?”

We frissen onszelf op en rijden – met deels nog zwarte nagels, waarvan slechts één gebroken – naar Kaap Noord. Vermoeid, voldaan en uiterst hongerig ploffen we neer en maken oogcontact met een serveerster. Wanneer de fles rosé wordt gebracht, vraag ik wat het wisselende vegetarische gerecht is.

“Een preischotel met aardappeltjes”, zegt de serveerster vriendelijk. Het water loopt me in de mond.

“Ik ga voor de daghap”, zeg ik likkebaardend.

“Oh mevrouw, sorry ”, zegt de serveerster. “Maar de keuken is al dicht!”

In de seconde erna overweeg ik om het meisje naar de keel te vliegen om op die manier alsnog een voedzame maaltijd te forceren. Wat een suikerdip al niet kan doen. Gelukkig neemt mijn brein het snel genoeg over en kies ik voor een minder onorthodoxe aanpak: “Zijn er anders nog wat borrelhapjes over? We hebben echt zo’n enórme trek, snap je?!”

Het werkt. En dus zitten we even later aan een schaal calamares ringen, een bakje kaassouffles en de laatste portie loempia’s. Niet bepaald de schijf van vijf, maar het vult heerlijk. Zo gezond kan het werken in de tuin dus zijn.

 

Met de laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. Onlangs publiceerde ze haar tweede boek ReisLust. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie