Nieuwe hoeven

Het gras ligt bezaaid met takken. Dit keer niet het gevolg van een zware storm, maar het werk van een bomenspecialist. Om de paar fruitbomen die onze tuin rijk is te behouden, is het nodig dat er meer luchtigheid wordt gecreëerd zodat de kruinen meer zon krijgen. Op zeker dertig bomen staan witte stippen en kruizen die het licht belemmeren en dus zullen sneuvelen.

“Hoe zat het ook alweer? Moesten de bomen met een kruis tot de enkels worden afgezaagd en de stippen tot halverwege de stam? Of juist net andersom?”

“Eh, laten we voor de zekerheid anders even de e-mail van die bomenfluisteraar checken. Daar stond het toch in?”, speel ik op safe. Even later klinkt de kettingzaag gevoelsmatig tot aan de overkant. Oordoppen zouden geen overbodige luxe zijn. Een zinvolle aankoop wat mij betreft. De ene boom na de andere gaat om, precies zoals het ons is aanbevolen. Na een paar uur hard werken, rolt er een joekel van een boomstam tijdens het zagen vol op mijn voet. De tranen springen in mijn ogen als ik naar mijn tenen grijp.

“Oei, gaat het?”, schiet mijn lief troostend op me af. “We zouden ook gewoon klompen met stalen neuzen moeten hebben!”, zegt hij bezorgd.

“Ja, dóei”, roep ik onbedoeld narrig. Het komt door de pijn. We lassen een theepauze in.

“Ik zie mezelf gewoon niet zo erg op klompen lopen”, zeg ik en blaas in mijn theekop.

“Dat dacht je drie jaar geleden ook van kaplaarzen. En daar maak je inmiddels iedere week dankbaar gebruik van.” Ik glimlach als een boer met kiespijn. Hij heeft gelijk. En dus staan we dezelfde middag nog voor een hele wand met glimmende monsterklompen. “Probeer deze eens?”

Met toenemende tegenzin trek ik mijn rechter schoen uit en schuif in de houten klomp. Het drukt precies op de beurse plek. “Hier kun je toch niet op lopen?”, protesteer ik en zet ze vastberaden terug.

“Deze dan?” Zwarte klompen, dezelfde die hij inmiddels heeft aangetrokken. “Deze hebben stalen neuzen. Heel veilig voor tijdens het bomen zagen”, klinkt zijn verkooppraatje.

Ik stel me voor hoe ik hiermee over het erf banjer. “Ik weet het nog niet”, geef ik mezelf bedenktijd. Ik krijg het beeld van een carnavalsoptocht niet van mijn netvlies. In gedachten kijk ik op het prijskaartje. Voor hetzelfde bedrag heb je een heel leuk gestippeld (King Louie) jurkje één straat verderop! Dat maakt de afweging ineens een stuk makkelijker. “Kom, laten we gaan!”

Bij de kassa rekenen we één paar nieuwe klompen – ‘hoeven’ volgens de verkoper – met stalen neuzen af. Gelukkig niet voor mij. Ik heb een heel andere aankoop in gedachten.

 

Met de laptop onder de arm reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. Onlangs publiceerde ze haar tweede boek ReisLust. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

Geef als eerste een reactie