Op de (fiets)tocht

“Ik kom zo, even wat handigers aantrekken”, roep ik tegen mijn fietsmaatje en loop naar boven. Als ik even later de schuur in kom, moeten we allebei lachen: “Jut en Jul op de fiets hoor”, grinnikt hij. Ik kijk naar zijn blauwe broek en zwarte shirt. Mijn rokje is precies dezelfde kleur blauw en daarboven draag ik een soortgelijk zwart hemdje. Het ontbreekt ons nog net aan hetzelfde regenjack en exact dezelfde fiets. Er staat vandaag een heerlijke fietstocht op het programma. Van De Cocksdorp via de waddendijk naar Oudeschild en via Den Burg weer terug naar huis.

“Zie je een natte plek op mijn kont?”, vraag ik na een uurtje stevig tegen de wind in trappen. Ik fiets voor hem uit en sta op beide trappers.

“Eh, ja, dat kun je wel een beetje zien…” Ook al brengt hij het luchtig, ik weet genoeg: ik sta dus gigantisch voor aap met een enorme zweetplek alsof ik op een nat zadel ben gaan zitten! Néé, wat nu? Zo ga ik het dorp echt niet in hoor! Maar tegelijkertijd weet ik dat het lichamelijk gezien geen optie is om rechtsomkeert te maken. Ik snak naar een lange pauze en een lekkere lunch. Voordat ik weer ga zitten, trek ik eerst mijn rokje omhoog en daarna net zo impulsief het rokje over het zadel heen.

“Ja, goeie! Met de wind er langs is ie zo weer droog! Het valt niet op, echt niet”, verzekert mijn fietsgenoot. En inderdaad, met een aantrekkende zijwind wordt de gênante afdruk al snel minder zichtbaar. Nog een paar bochten en we zijn in Oudeschild. Mijn benen verzuren en de eerste tekenen van zadelpijn dienen zich aan. De lucht boven ons is inmiddels dichtgetrokken en er hangt een serieuze regenbui boven ons hoofd. Ons tot nu toe recreatieve fietstempo wordt verdubbeld, hopend dat we droog over komen. Als we langs de viswinkel in Oudeschild crossen, spat er wat regen op mijn zonnebril, maar daar blijft het gelukkig bij. Langs mijn rug stroomt het daarentegen wél met bakken naar beneden.

Eenmaal in Den Burg stap ik met slappe benen van mijn fiets af. Pap-benen door de lange fietstocht en vanwege mijn enorme lunch-behoefte. Op het half overdekte terras plof ik blindelings neer op de eerste de beste stoel die ik tegen kom.

“Oh nee!”, als gestoken door een wesp schiet ik de lucht in. Ik draai me om waarop mijn fietsmaatje begint te schaterlachen. Het zitvlak van de stoel waarop ik zojuist neerplofte, was drijfnat, met de nadruk op wás!

Met de laptop onder de arm  reist Esmir geregeld tussen hartje Amsterdam en Texel. In het buitengebied van De Cocksdorp, waar haar partner woont, vindt ze de rust om te schrijven. En inmiddels is haar debuut-roman een feit. Op deze plek om de week haar Texelse belevenissen.

2 Comments

  • Beantwoorden september 17, 2013

    duurt

    leuk hoor!

  • Beantwoorden september 23, 2013

    Fleur

    Humor!! jouw verhaal bezorgde mij een glimlach:)

Reageer