Interview met Kim Lammers

Hockeyster Kim Lammers doet dit jaar mee aan het tv programma Expeditie Robinson op RTL 5. Lees hier het interview dat ik 2 jaar geleden met haar had.

Kim Lammers is topsporter en wint niet alleen met het Nederlands hockeyelftal Olympisch goud tijdens de Olympische Spelen in Londen. Het team mag zich nu ook wereldkampioen noemen! Sinds 2002 is Lammers de spits in het Nederlands elftal en ze heeft meer dan 150 interlands achter haar naam. Kim over hoe je het beste uit jezelf haalt.

Meer dan 3 miljard mensen kijken naar de Olympische Spelen. En maar liefst 3,7 miljoen Nederlanders hebben jouw finalewedstrijd gezien. Hoe ánders is de voorbereiding voor het grootste sportevenement ter wereld?

“Het grootste verschil met een reguliere wedstrijd is dat we als team nu meer tijd samen hebben, omdat we in het Olympische dorp continu met elkaar zijn. Samen met nog 10.000 andere topsporters. Er is natuurlijk méér spanning en vooraf staat de hele planning vast, maar op zich is het dagprogramma niet heel anders dan op een EK of WK.”

Hoe ziet een wedstrijddag tijdens de Olympische Spelen eruit?

“Op een wedstrijddag komen we na het ontbijt bij elkaar en worden alle belangrijke punten herhaald: de tactiek en wat we van elkaar verwachten. Dan gaan we richting het veld. In de kleedkamer richt onze coach Max Caldas een laatste woord tot ons. Daarna begint de warming-up, gevolgd door de wedstrijd. Tussendoor krijgen we sportdrank en een energiereep om goed te kunnen blijven presteren. Meteen na de wedstrijd krijgen we eiwitten voorgeschoteld. Na het douchen, gaan we terug naar het Olympische dorp. Dan is er tijd om te rusten en ’s avonds na het eten sluiten we de dag af met een bespreking. Centraal staan de vragen: wat ging er goed tijdens de wedstrijd? Wat ging er niet goed? En wat moet beter?”

“Leer van je fouten en pas je strategie of aanpak aan.

Zorg dat je er beter van wordt en dat het je sterker maakt”

Hoe haal jij het beste uit jezelf?

“Als ik een goed gevoel wil oproepen, denk ik terug aan succesvolle momenten. Of ik visualiseer voor de wedstrijd dat ik doelpunten maak en goeie acties creëer. Positief denken en positief tegen mezelf praten, werkt motiverend. Je kan een bal missen en je kan hem raken. Als ik de bal mis, dan denk ik: de volgende zit erin!”

Wat is jouw rol binnen de groep?

“Ik ben van nature een motivator. Ik denk dat ik een voorbeeld ben als het gaat om winnaarsmentaliteit en vechten voor het team. Ik ben iemand die anderen ondersteunt en motiveert als het even tegen zit.”

In 2007 scheurde jij je voorste kruisband. Hoe ging je om met die tegenslag?

“Dan stopt alles en beland je in een ander proces. Na mijn operatie zei de arts dat topsport met mijn knie in de toekomst gelukkig nog wel mogelijk was. Vanaf toen heb ik meteen mijn focus verlegd en ben ik vol voor mijn comeback gegaan. Met als resultaat dat ik een jaar later weer op mijn oorspronkelijke niveau zat en zelfs sterker ben teruggekomen.”

Heeft het je ook mentaal veranderd?

“Jazeker! Ik zorg nu beter voor mijn lichaam en ik kom meer voor mezelf op. Relativeren gaat makkelijker. Vroeger kon ik wakker liggen als ik een keer niet was opgesteld voor een wedstrijd. Dat heb ik niet meer. Ik draai het nu om: ik ben de énige die ervoor kan zorgen dat ik opgesteld word, niet de coach. Ik heb het zelf in de hand.”

“De énige die ervoor kan zorgen dat ik opgesteld word,

ben ikzelf, niet de coach”

Was er een moment tijdens je revalidatie dat je wilde opgeven?

“Opgeven is geen optie. Nooit! Het is mijn eer te na. Natuurlijk ben je afhankelijk van je lijf, maar als de arts zegt dat het fysiek kan, dan wil ik dat bewijzen. Niet alleen voor de buitenwereld, maar ook voor mezelf.”

Bij jou geen plan B?

“Nee. Ik geloof dat als je iets wilt en je hebt de kwaliteiten, dat je het ook kan. Ik wist dat ik met hockey de top zou kunnen halen en daar ben ik voor gegaan. Stel dat ik tijdens de Olympische Spelen mijn hamstring had gescheurd, dan had ik niet gefaald. Ik zou natuurlijk enórm teleurgesteld zijn, maar in mijn gevoel kun je niet falen als je alles op alles hebt gezet!”

Wat heb je naast talent nodig als top-teamsporter?

“Als je talent hebt, kun je een eind komen. Maar om de top te halen en aan de top te blijven, moet je kunnen doorzetten en tegenslagen het hoofd bieden. Je moet bereid zijn om diep te gaan om het beste uit jezelf te halen. Maar naast fysieke kracht heb je ook mentale kracht nodig, want de topsport is een harde wereld. En het teambelang moet boven je eigen belang staan. Iedereen conformeert zich aan afspraken die je met elkaar maakt als groep.”

Wat voor afspraken?

“Bijvoorbeeld niet Twitteren en Facebooken tijdens de Olympische Spelen. En uitgaan deden we ook niet.”

Je hebt een tweelingbroer Rogier. Iemand met in basis dezelfde genen als jij. Is hij net zo sportief?

“Haha, nee, hij is een stuk minder streberig dan ik. Hij heeft er voor gekozen om bijvoorbeeld niet van jongs af aan drie keer in de week te trainen. Zijn ambitie lag daar niet.”

Jij presteerde wat maar heel weinig mensen kunnen: Olympische goud én wereldkampioen! Wat kan een ‘gewone’ Nederlander van jou leren?

“Ik heb heel erg hard gewerkt om te bereiken wat ik wilde. Als ik door een tegenslag mijn kop had laten hangen, was het me nooit gelukt. Ik geloof erin dat als je iets wilt, dat je dit uit jezelf kunt halen! Niet stoppen als het even tegenzit. Doorzetten. Leer van je fouten en pas je strategie of aanpak aan. Zorg dat je er beter van wordt en dat het je sterker maakt.”

ARNHEM - KIM LAMMERS. Nederlands hockeyteam dames 2012. FOTO KOEN SUYK/KNHB

Heel veel succes tijdens Expeditie Robinson Kim!

Met je lichamelijke en geestelijke skills zit het in ieder geval meer dan goed.

 

Geef als eerste een reactie